filmisch rgb

Breng het toonbereik van een afbeelding opnieuw in kaart door de toon- en kleurrespons van klassieke film te reproduceren.

Deze module kan worden gebruikt om het dynamische bereik van de scène uit te breiden of te verkleinen, zodat het past bij het dynamische bereik van het scherm. Het beschermt kleuren en contrast in de middentonen, herstelt de schaduwen en comprimeert heldere hooglichten en donkere schaduwen. Hooglichten hebben extra aandacht nodig wanneer details behouden moeten blijven (bijv. wolken).

De module is afgeleid van een andere module met dezelfde naam in Blender 3D modelleerder door T.J. Sobotka. Hoewel het in de eerste plaats bedoeld is om afbeeldingen met een hoog dynamisch bereik te herstellen van onbewerkte sensorgegevens, kan het worden gebruikt met elke afbeelding in plaats van de module basis curve. De volgende video (door de ontwikkelaar van deze module) geeft een nuttige introductie: filmic rgb: remap any dynamic range in darktable 3.

filmisch rgb is de opvolger van de filmisch module van darktable 2.6. Hoewel de onderliggende principes niet veel zijn veranderd, zijn de standaardinstellingen en hun aannames dat wel, dus gebruikers van de vorige versie hoeven geen 1:1-vertaling van hun werkvolgorde naar de nieuwe versie te verwachten.


Opmerking: Ondanks het technische uiterlijk van deze module, is de beste manier om deze in te stellen het beoordelen van de kwaliteit van het visuele resultaat. Denk niet te veel na over de cijfers die in de GUI worden gepresenteerd om de sterkte van de effecten te kwantificeren.


🔗voorwaarden

Om het beste uit deze module te halen, hebben jouw afbeeldingen enige voorbereiding nodig:

vastleggen (ETTR)
In de camera wordt aanbevolen een techniek te gebruiken die bekend staat als “belichten naar rechts " (Expose To The Right : ETTR). Dit betekent dat de opname zo wordt belicht dat de belichting zo helder mogelijk is zonder de hooglichten weg te knippen. Het wordt “belichten naar rechts” genoemd omdat het histogram in de camera helemaal tot aan de rechterkant moet raken zonder aan de rechterkant te pieken (wat op hooglichten afkappen zou kunnen duiden). Deze techniek zorgt ervoor dat je het dynamische bereik van de sensor van je camera maximaal benut.

De standaard meetmodus voor automatische belichting in jouw camera zal het beeld normaal belichten zodat de gemiddelde helderheid in het beeld neigt naar midden-grijs. Soms, voor scènes die worden gedomineerd door lichte tonen, zal de camera het beeld onderbelichten om die lichte tonen meer naar midden-grijs te brengen. Voor scènes die worden gedomineerd door donkere tinten, kan het beeld overbelicht worden en uiteindelijk de hooglichten wegknippen. In dergelijke gevallen kan je de belichtingscompensatieknop in jouw camera gebruiken om de belichting te verhogen of te verlagen - de darktable-belichtingsmodule kan hier automatisch rekening mee houden bij het verwerken van jouw afbeelding.

In sommige gevallen (bijv. spiegelende hooglichten die weerkaatsen op glanzende objecten) kan het acceptabel zijn om wat bijsnijding te hebben, maar houd er rekening mee dat alle bijgesneden gegevens in jouw afbeelding onherroepelijk verloren gaan. Waar gegevens zijn geknipt, biedt filmisch rgb een functie voor “hooglichten-reconstructie” om de effecten van het knippen te verminderen en soepel te laten overvloeien met de rest van het beeld. De instellingen voor deze functie staan op het tabblad reconstrueer. Sommige camera’s bieden ook een belichtingsmeetmodus met “prioriteit voor hooglichten”, die kan helpen om de belichting te maximaliseren terwijl de hoge lichten worden beschermd, en veel camera’s bieden functies zoals “zebra’s” of “blinkies” in de liveweergave om de fotograaf te waarschuwen wanneer delen van het beeld geknipt wordt.

aanpassen voor de middentonen
Pas in de module belichting de belichting aan totdat de middentonen helder genoeg zijn. Maak je op dit moment geen zorgen over het verliezen van de hoogtepunten - ze zullen worden hersteld als onderdeel van de filmisch verwerking. Het is echter belangrijk om negatieve pixels in zwarte gebieden te vermijden, anders kunnen de berekeningen uitgevoerd door filmisch rgb onvoorspelbare resultaten opleveren. Voor sommige cameramodellen (voornamelijk Canon) kan rawspeed (de onbewerkte decoderingsbibliotheek van darktable) een overdreven zwartniveau instellen, wat resulteert in verbrijzelde zwarttinten en negatieve pixelwaarden. Als dit het geval is, maakt je de zwarttinten helderder door een negatieve zwartniveaucorrectiewaarde in te stellen in de belichting-module.
witbalans, ruisonderdrukking, demozaïek
Als je van plan bent de auto-tuners van filmisch rgb te gebruiken, gebruikt je de module witbalans om eerst eventuele kleurzweem te corrigeren en neutrale kleuren te verkrijgen. In RGB-kleurruimten zijn luminantie en chrominantie gekoppeld, en de luminantiedetectie van filmisch rgb is afhankelijk van nauwkeurige metingen van beide. Als jouw afbeelding veel ruis bevat, voeg je een eerste stap van ruisonderdrukking toe om de zwartbelichtingsmetingen te verbeteren en gebruik je een demozaïek algoritme van hoge kwaliteit. Je hoeft je geen zorgen te maken over ruis als je van plan bent om filmisch handmatig in te stellen, zonder de auto-tuners te gebruiken.
toonmapping uitschakelen
Als je van plan bent om een van de chrominantiebehoudmodi van filmisch rgb te gebruiken, vermijd dan het gebruik van basis curve en de verschillende toonmapping-modules. Deze kunnen onvoorspelbare kleurverschuivingen veroorzaken die het behoud van de chrominantie nutteloos zouden maken. Geen van deze modules zou vereist moeten zijn bij het gebruik van filmisch rgb.

🔗gebruik

De filmisch rgb-module is ontworpen om het dynamische bereik van de gefotografeerde scène (RAW-beeld) in kaart te brengen met het dynamische bereik van het scherm.

Deze mapping wordt gedefinieerd in drie stappen, die elk op een apart tabblad in de interface worden afgehandeld:

  • Het tabblad scene bevat de “invoer” -instellingen van de scene, die bepalen wat wit en zwart is in de gefotografeerde scene.

  • Het tabblad reconstrueer biedt tools om opgeblazen hooglichten aan te pakken.

  • Het tabblad uiterlijk bevat de artistieke bedoeling van de mapping die wordt toegepast op de invoerparameters (zoals gedefinieerd op het tabblad scene). Dit deel van de module past een S-vormige parametrische curve toe om het contrast van de middentonen te verbeteren en de grijswaarde opnieuw toe te wijzen aan het midden-grijs van het scherm. Dit is vergelijkbaar met wat de modules basis curve en toon curve doen. Als algemene richtlijn moet je ernaar streven de breedtegraad zo veel mogelijk te vergroten zonder de uitersten van de curve af te knippen.

  • Het tabblad display definieert de uitvoerinstellingen die nodig zijn om de getransformeerde afbeelding aan het scherm toe te wijzen. In typische gebruikssituaties hoeven de parameters op dit tabblad zelden te worden aangepast.

  • Het tabblad opties bevat enkele optionele geavanceerde instellingen en parameters.

filmisch rgb heeft de neiging om lokaal contrast te comprimeren, dus nadat je klaar bent met het aanpassen van de instellingen hier, wil je dit misschien compenseren met de lokaal contrast module. Je kan ook de verzadiging in de module kleurenbalans rgb verhogen en misschien de tonen verder aanpassen met de toon equalizer.

Het bereik van de schuifregelaars van filmisch rgb is beperkt tot typische en veilige waarden, maar je kan waarden buiten deze limieten invoeren door met de rechtermuisknop te klikken en waarden in te voeren met het toetsenbord.


Opmerking: filmisch rgb kan niet worden ingesteld met volledig neutrale parameters (resulterend in een “niet-bewerking”) – zodra de module is ingeschakeld, wordt het beeld altijd op zijn minst enigszins beïnvloed. Je kan echter in de buurt komen van neutraal met de volgende instellingen:

  • stel in het tabblad uiterlijk het contrast in op 1.0, de breedte op 99% en de verzadiging van de middentonen op 0%,

  • in de opties tab, stel contrast in schaduwen en in hooglichten in op zacht.

In deze configuratie voert filmisch alleen een logaritmische toonmapping uit tussen de grenzen die zijn ingesteld op het tabblad scene.


🔗grafiek weergave

Het grafiek bovenaan de filmisch rgb-module biedt meerdere weergaven om jou te helpen de functionaliteit ervan te begrijpen. Je kan door deze weergaven bladeren met behulp van het kijk-pictorgram pictogram rechts van de grafiekweergave. Je kan de labels op de assen ook in- en uitschakelen met het legende-pictogram pictogram.

De volgende weergaven zijn beschikbaar:

enkel kijken
Dit is de standaardweergave. De belangrijkste heldere curve laat zien hoe het dynamische bereik van de scène (in EV) wordt gecomprimeerd tot het door het scherm-gerefereerde uitvoerbereik. De oranje stip toont het middelste grijze punt, de witte stippen aan weerszijden markeren het breedtebereik en het oranje deel van de curve aan de bovenkant geeft een overshoot-probleem aan met de spline (het tabblad uiterlijk heeft enkele controles om hiermee om te gaan).

filmisch-rgb-enkel-kijken

kijken + in kaart brengen (lineair)
Deze weergave toont de toewijzing van invoerwaarden [0,1] aan uitvoerwaarden in lineaire ruimte, inclusief de dynamische bereiktoewijzing en de uitvoeroverdrachtsfunctie. Merk op dat in een scene-gerefereerde werkvolgorde, invoerwaarden groter mogen zijn dan 1, maar de grafiek toont alleen in/uit-waarden in het interval [0,1] om de vorm van de grafiek vergelijkbaar te maken met andere tooncurve mapping tools zoals basis curve of toon curve. De werkelijke waarde van het witpunt van de scène wordt tussen haakjes op de X-as weergegeven (uitgedrukt als een percentage van een invoerwaarde van 1).

filmic-rgb-kijken-in kaart brengen-lin

kijken + in kaart brengen (log)
Hetzelfde als de vorige weergave, maar geplot in logaritmische ruimte.

filmic-rgb-kijken-in kaart brengen-lin

dynamisch bereik in kaart brengen
Deze weergave is geïnspireerd op het Ansel Adams Zone-systeem, dat laat zien hoe de zones in de invoerscène (EV) worden toegewezen aan de uitvoer. Midden-grijs van de scène wordt altijd toegewezen aan 18% in de uitvoer (lineaire) ruimte, en de weergave laat zien hoe de toon bereiken naar de uitersten van het belichtingsbereik van de scène worden gecomprimeerd tot een kleiner aantal zones in de weergaveruimte, waardoor er meer overblijft ruimte om de midden tonen te spreiden over de overige zones. Het breedtebereik wordt weergegeven door het donkerdere grijze gedeelte in het midden.

filmic-rgb-kijken-in kaart brengen-lin


Opmerking: Als sommige parameters te extreem zijn, wat resulteert in een onhaalbare curve, zal filmisch rgb ze intern zuiveren. Zuiveren wordt op twee manieren geïllustreerd op de kijkweergaven:

  • Een rode stip geeft aan dat het lineaire deel van de curve te ver naar boven of naar beneden is geduwd. Op het tabblad uiterlijk verklein je de breedte of plaats je het lineaire gedeelte opnieuw met behulp van de parameter schaduwen ↔ hooglichten-balans.

  • Een punt dat een halve cirkel wordt, geeft aan dat het contrast te laag is gezien het dynamische bereik van het beeld. Verhoog contrast op het tabblad uiterlijk of het dynamisch bereik op het tabblad scene.


🔗module instellingen

🔗scene

De instellingen op het tabblad scene zijn in principe gelijk aan die van de niveaus module (zwart, grijs, wit). Het verschil is dat niveaus scherm-gerefereerde pixelwaarden aanneemt (tussen 0 en 100%), terwijl filmisch jou in staat stelt om te werken aan scene-gerefereerde pixels (tussen –oneindig EV en +oneindig EV), wat het gebruik van een andere interface dwingt .

middle-gray luminance (hidden by default)
This setting allows you to decide what luminance in the scene should be considered the reference middle-gray (which will be remapped to 18% in display). Use the picker tool to read the average luminance over the drawn area. If you have a photograph of a gray card or a color chart (IT8 chart or colorchecker) shot in the scene lighting conditions, then the gray picker tool can be used to quickly sample the luminance of the gray patch on that image. In other situations, the picker can be used to sample the average luminance of the subject.

Dit heeft een effect op het beeld dat analoog is aan een helderheidscorrectie. Waarden in de buurt van 100% comprimeren de hooglichten niet, maar herstellen schaduwen niet. Waarden in de buurt van 0% herstellen de schaduwen aanzienlijk, maar comprimeren de hooglichten harder en resulteren in verlies van lokaal contrast.

Bij het wijzigen van de middengrijze luminantie worden de wit- en zwartbelichting automatisch dienovereenkomstig aangepast, om te voorkomen dat het dynamisch bereik gaat knippen en om jou te helpen de juiste parameter sneller in te stellen. Als je niet tevreden bent met de automatische aanpassing van de grijsschuifregelaar, kan je achteraf de belichtingsparameters voor wit en zwart corrigeren.


Opmerking: Het wordt afgeraden om deze instelling te gebruiken om midden-grijs in te stellen, daarom is het nu standaard verborgen. Gebruik in plaats daarvan de belichting-module om het middelste grijsniveau in te stellen (zie gebruik, hierboven). Als je deze schuifregelaar echter zichtbaar wilt maken, kan je deze inschakelen met het selectie vakje gebruik aangepaste midden-grijs waarden op het tabblad opties.


white relative exposure
The number of stops (EV) between the scene middle-gray luminance and the scene luminance to be remapped to display white (peak-white). This is the right bound of the scene dynamic range that will be represented on the display – everything brighter than this value on the scene will be clipped (pure white) on the display. The picker tool reads the maximum luminance in RGB space over the drawn area, assumes it is pure white, and sets the white exposure parameter to remap the maximum to 100% luminance.
black relative exposure
The number of stops (EV) between the scene middle-gray luminance and the scene luminance to be remapped to display black (maximum density). This is the left bound of the scene dynamic range that will be represented on the display – everything darker than this value on the scene will be clipped (pure black) on the display. The picker tool reads the minimum luminance in RGB space over the drawn area, assumes it is pure black, and sets the black exposure parameter to remap the minimum to 0% luminance. The black picker measurement is very sensitive to noise, and cannot identify whether the minimum luminance is pure black (actual data) or just noise. It works better on low ISO pictures and with high quality demosaicing. When the picker puts the black exposure at –16 EV, this is a sign that the measurement has failed and you will need to adjust it manually.

Met de relatieve zwart belichting kan je kiezen hoe ver je schaduwen wilt herstellen.

dynamic range scaling and auto-tune
The auto-tune picker combines the above pickers, and allows you to set the white and black exposures at the same time, using the maximum of the drawn region as the white and the minimum as the black. This gives good results in landscape photography but usually fails for portraits and indoor scenes.

When no true white and black are available on the scene, the maximum and minimum RGB values read on the image are not valid assumptions any more. Dynamic range scaling symmetrically shrinks or enlarges the detected dynamic range and the current parameters. This works with both pickers, and adjusts the current values of white and black relative exposures.


Opmerking: er is geen directe relatie tussen het dynamische bereik van je camerasensor (te vinden in DxoMark.com of PhotonsToPhotos.org metingen) en het dynamisch bereik in film (scène witte EV – scène zwarte EV). Er gebeuren veel dingen voordat filmisch in de pijplijn zit (bijvoorbeeld een onbewerkte zwarte offset die zwart op 0 zou kunnen zetten), zodat filmisch een theoretisch oneindig dynamisch bereik aan zijn invoer ziet. Dit heeft alleen te maken met pixelcoderingsmanipulatie in software, niet met daadwerkelijke sensormogelijkheden.

De scene-gerefereerde werkvolgorde forceert een zwartniveaucorrectie van –0.0002, in de belichting module, wat ervoor zorgt dat het dynamische bereik gezien door filmisch’s input meestal rond de 12,3 EV ligt. Verlaag deze waarde nog meer als het instellen van de relatieve belichting van zwart in filmisch op –16 EV zwarten niet losmaakt.


🔗reconstrueer

Dit tabblad biedt instellingen die overgangen tussen niet-afgekapte en afgekapte gebieden in een afbeelding overvloeien en kunnen ook helpen bij het reconstrueren van kleuren van aangrenzende pixels. Het is ontworpen om schijnwerpers aan te kunnen die onmogelijk kunnen worden losgemaakt tijdens het maken van de opname (zoals naakte gloeilampen of de zonneschijf in het frame) en heeft tot doel hun randen te verspreiden zoals film zou doen. Het is niet ontworpen om grote gebieden met afgekapte pixels of ontbrekende delen van de afbeelding te herstellen.

Het kan soms handig zijn om de hooglichten reconstructie module uit te schakelen om aanvullende gegevens te leveren aan het reconstructie-algoritme (hooglichten reconstructie clips markeren standaard gegevens). Houd er rekening mee dat dit kan leiden tot magenta hooglichten, die moeten worden afgehandeld met de schuifregelaar grijs/kleurrijke details.

Ten eerste moet een masker worden opgezet om de delen van het beeld te identificeren die worden beïnvloed door de reconstructie van de hooglichten. Er zijn dan enkele extra instellingen om enkele van de compromissen die door het reconstructie-algoritme zijn gemaakt, te verfijnen.

🔗hooglichten knippen

Met deze bedieningselementen kan je kiezen welke delen van het beeld worden beïnvloed door de algoritmen voor reconstructie van hooglichten.

drempel
Pixels die helderder zijn dan deze drempel worden beïnvloed door het reconstructie-algoritme. De eenheden zijn in EV, ten opzichte van het witpunt dat is ingesteld op het tabblad scene. Standaard is dit besturingselement ingesteld op +3 EV, wat betekent dat pixels ten minste +3 EV helderder moeten zijn dan het witpunt dat is ingesteld in de scene tab om de reconstructie van de hooglichten enig effect te laten hebben. In de praktijk betekent dit dat reconstructie van markeringen standaard effectief is uitgeschakeld (om prestatieredenen - het mag alleen worden ingeschakeld wanneer dat nodig is). Om de functie hooglichten reconstructie te gebruiken, klik je daarom eerst op het pictogram toon hooglichten reconstructiemasker om het masker weer te geven, en verlaag je deze drempel totdat de markeringsgebieden die je wilt reconstrueren, door het masker in het wit zijn geselecteerd. Het kan handig zijn om eerst de afbeelding te bekijken met behulp van de raw overbelichte waarschuwing om jou te laten zien welke pixels in het onbewerkte bestand zijn geknipt en of die pixels geknipt op slechts één RGB-kanaal of allemaal.
overgang
gebruik deze instelling om de overgang tussen geknipte en geldige pixels te verzachten. Als je dit besturingselement naar rechts verplaatst, neemt de hoeveelheid onscherpte in het masker toe, zodat de overgang tussen uitgeknipte en niet-uitgeknipte gebieden zachter is. Dit zorgt voor een vloeiendere vermenging tussen de geknipte en niet-geknipte gebieden. Als je dit besturingselement naar links verplaatst, wordt de vervaging in het masker verminderd, waardoor de overgang in het masker veel scherper wordt en de hoeveelheid doezeling tussen geknipte en niet-geknipte gebieden wordt verminderd.
toon hooglichten reconstructiemasker
Klik op het pictogram rechts van dit label om de weergave van het reconstructiemasker voor hooglichten te wisselen. Het wordt aanbevolen dat je dit inschakelt terwijl je de bovenstaande instelling aanpast.

🔗witbalans

Met deze bedieningselementen kan je de afwegingen tussen de verschillende reconstructie-algoritmen balanceren.

structuur ↔ textuur
gebruik dit om te bepalen of het reconstructie-algoritme de voorkeur geeft aan schilderen in een vloeiende kleurovergang (structuur), of de textuur proberen te reconstrueren met behulp van scherpe details die zijn geëxtraheerd uit niet-geknipte pixelgegevens (textuur). Standaard staat de controle in het midden op 0%, wat beide strategieën in gelijke mate begunstigt. Als je veel gebieden hebt waar alle drie de kanalen zijn afgekapt, is er geen textuurdetail beschikbaar om te reconstrueren, dus is het beter om de schuifregelaar naar links te verplaatsen om kleurreconstructie te bevorderen. Als je veel gebieden hebt waar slechts een of twee kanalen zijn geknipt, dan kunnen er wat textuurdetails in de niet-uitgeknipte kanalen zijn, en als je de schuifregelaar naar rechts verplaatst, wordt er meer nadruk gelegd op het proberen om textuur te reconstrueren met behulp van deze niet-uitgeknipte gegevens .
bloom ↔ reconstructie
gebruik dit om te bepalen of het algoritme scherpe details in de uitgeknipte gebieden probeert te reconstrueren (reconstrueren), of een vervaging toepast die het gloeieffect dat je met traditionele film krijgt (gloei) benadert. Standaard is dit ingesteld op 100%, waarmee wordt geprobeerd de scherpte van de details in de uitgeknipte gebieden te maximaliseren. Verplaats deze schuifregelaar naar links als u in deze gebieden meer onscherpte wilt aanbrengen. Het introduceren van meer onscherpte zal meestal de neiging hebben om de hooglichten als bijproduct donkerder te maken, wat kan leiden tot een kleurrijkere reconstructie.
grijs ↔ kleurrijke details
gebruik dit om te bepalen of het algoritme de voorkeur geeft aan het herstel van monochromatische hooglichten (grijs) of kleurrijke details. Verplaats de schuifregelaar naar rechts als u meer kleur in de hooglichten wilt. Verplaats de schuifregelaar naar links als je de verzadiging van de hooglichten wilt verminderen. Het kan handig zijn om de verzadiging in de hooglichten te verminderen als je magenta of kleuren die buiten het gamma vallen, begint te zien.

🔗uiterlijk

Wanneer je met het uiterlijk-tabblad werkt, wordt aanbevolen dat je de S-curve-spline in de enkel kijken-grafiek in de gaten houdt. Deze curve begint bij de scène/weergave-zwartniveaus linksonder in de grafiek en zou geleidelijk moeten toenemen tot de scène-/weergave-witniveaus rechtsboven. Soms, als de beperkingen op de S-curve te krap zijn, kunnen de splines in de schaduw- en/of hooglichtengebieden de limieten van het scherm “overschrijden”, en wordt er een oranje waarschuwing weergegeven op die delen van de spline.

Als je de oranje waarschuwingsindicator aan beide uiteinden van de S-curve ziet, moeten corrigerende maatregelen worden genomen om de S-curve terug te brengen naar een vloeiende monotoon stijgende curve. Dit kan inhouden:

  • het verminderen van de breedte en/of het contrast,

  • de schuifregelaar voor schaduwen/hoogtepunten aanpassen om de breedte te verschuiven en meer ruimte voor de spline toe te staan,

  • ervoor zorgen dat de naar de scene-gerefereerde zwart-wit relatieve belichtingsschuifregelaars op het tabblad scene correct zijn ingesteld voor de kenmerken van de scene,

  • een of beide contrastinstellingen op het tabblad opties instellen op zacht of hard.

Als de instelling mikpunt zwart luminantie op het tabblad display niet nul is, kan dit het ook moeilijk maken voor filmisch rgb om een vloeiende monotone spline te vinden, en het verminderen hiervan kan ook helpen om de beperkingen te verminderen. Zie de sectie display om de implicaties hiervan te begrijpen.

contrast
De filmisch S-curve wordt gemaakt door de positie van virtuele knooppunten te berekenen uit de moduleparameters en deze te interpoleren. Dit is vergelijkbaar met hoe de tooncurvemodule werkt, maar hier kunnen de knooppunten niet handmatig worden verplaatst. De curve is opgesplitst in drie delen – een lineair middendeel en twee uiteinden die vloeiend overgaan van de helling van het middelste deel naar de uiteinden van het belichtingsbereik.

De contrastschuifregelaar regelt de helling van het middelste deel van de curve, zoals geïllustreerd in de grafiekweergave. Hoe groter het dynamisch bereik, hoe groter het contrast moet worden ingesteld om een natuurlijk ogend beeld te behouden. Deze parameter heeft vooral invloed op de middentonen. Merk op dat globaal contrast een impact heeft op de acutantie (waargenomen scherpte) – een beeld met weinig contrast ziet er onscherp uit, ook al is het optisch scherp in de zin van de [Optische functieoverdracht (OTF)](https://en. wikipedia.org/wiki/Optical_transfer_function).

Als je het contrast op 1 instelt, wordt de S-curve bijna volledig uitgeschakeld, hoewel er een zeer klein resteffect van de splines in de hooglichten en schaduwen zal zijn.

hardheid (voorheen doelvermogensfactorfunctie)
Bekend als de mikpunt krachtfactorfunctie-schuifregelaar in oudere versies van filmisch rgb, deze schuifregelaar is standaard verborgen en wordt automatisch aangepast op basis van waarden op het tabblad scene. Om deze schuif zichtbaar te maken, moet je auto hardheid aanpassen uitschakelen op het tabblad opties.

This parameter is the power function applied to the output transfer function, and it is often improperly called the gamma (which can mean too many things in imaging applications, so we should stop using that term). It is used to raise or compress the mid-tones to account for display non-linearities or to avoid quantization artifacts when encoding in 8 bit file formats. This is a common operation when applying ICC color profiles (except for linear RGB spaces, like Rec. 709 or Rec. 2020, which have a linear “gamma” of 1.0). However, at the output of filmic rgb, the signal is logarithmically encoded, which is not something ICC color profiles know to handle. As a consequence, if we let them apply a gamma of 1/2.2 on top, it will result in a double-up, which would cause the middle-gray to be remapped to 76% instead of 45% as it should in display-referred space.

breedte
De breedtegraad is het bereik tussen de twee knooppunten die het centrale lineaire deel van de curve omsluit, uitgedrukt als een percentage van het dynamische bereik dat is gedefinieerd op het tabblad scene (relatieve witte belichting minus zwarte relatieve belichting). Het is het luminantiebereik dat met prioriteit opnieuw wordt toegewezen en het wordt opnieuw toegewezen aan het luminantie-interval dat is gedefinieerd door de contrastparameter. Het is meestal aan te raden om de breedtegraad zo groot mogelijk te houden en afknippen te vermijden. Als er afknipping wordt waargenomen, kun je dit compenseren door ofwel de breedte te verkleinen, het breedteinterval te verschuiven met de parameter schaduw ↔ hooglichten balans of het contrast te verlagen.

De breedtegraad definieert ook het bereik van luminanties die niet onverzadigd zijn aan de uiteinden van het luminantiebereik (zie verzadiging middentonen).

schaduwen ↔ hooglichten balans
Standaard is de breedte gecentreerd in het midden van het dynamische bereik. Als dit leidt tot afknippen aan één uiteinde van de curve, kan je met de balansparameter de breedte langs de helling, naar de schaduwen of naar de hooglichten schuiven. Hierdoor kan aan het ene uiteinde van het dynamisch bereik meer ruimte worden gegeven dan aan het andere, als de eigenschappen van het beeld daarom vragen.
middentonen verzadiging / extreme luminantieverzadiging / hooglichten verzadigingsmix
Bij extreme luminanties neigen de pixels naar wit of zwart. Omdat aan wit noch zwart een kleur is gekoppeld, moet de verzadiging van deze pixels 0% zijn. Om vloeiend over te gaan naar dit verzadigingspunt van 0%, worden pixels buiten het middentoonbereik geleidelijk onverzadigd naarmate ze de extremen naderen. De donkere curve in de filmisch rgb-grafiek geeft de hoeveelheid ontverzadiging aan die wordt toegepast op pixels buiten het breedtegraadbereik. Door de schuifregelaar naar rechts te verplaatsen, wordt het punt waar de ontverzadiging begint toe te passen naar de extremen geduwd, wat resulteert in een steilere ontverzadigingscurve. Als dit te ver wordt geduwd, kan dit resulteren in randen rond de hooglichten. Door de schuifregelaar naar links te verplaatsen, komt het punt waarop kleurontverzadiging wordt toegepast dichter bij het midden, wat resulteert in een zachtere ontverzadigingscurve. Als je meer kleurverzadiging in de hooglichten wilt zien, en je hebt gecontroleerd of de relatieve witte belichting op het tabblad scene die hooglichten nog niet afsnijdt, verplaats je de schuifregelaar voor verzadiging middentonen naar rechts om verzadiging verhogen.

Houd er rekening mee dat deze ontverzadingsstrategie is gewijzigd in vergelijking met eerdere versies van filmisch rgb (die een andere schuifregelaar met het label extreme luminantieverzadiging hadden). Je kan terugkeren naar het vorige ontverzadiginggedrag door “v3 (2019)” te selecteren in de instelling kleurwetenschap op het tabblad opties. Omdat filmic v6 en v7 nauwkeurige gamut mapping gebruiken voor de uitgevoerde kleurruimte, wordt de desaturatiecurve verwijderd en wordt de extreme luminantie-desaturatie een methode om het bleken van hooglichten te regelen.

Deze parameter is standaard ingesteld op 0 en het wordt nu aanbevolen om verzadiging eerder in de pijplijn af te handelen. Hiervoor is aan de module kleurenbalans rgb een voorinstelling “basiskleurverzadiging toevoegen” toegevoegd.

🔗display

De parameters op dit tabblad hoeven zelden te worden aangepast.

target black luminance
The destination parameters set the target luminance values used to remap the tones. The default parameters should work 99% of the time, the remaining 1% being when you output in linear RGB space (Rec. 709, Rec. 2020) for media handling log-encoded data. These settings should therefore be used with caution because darktable does not allow separate pipelines for display preview and file output.

De parameter mikpunt zwart luminantie stelt het zwart op grondniveau van het doelmedium in. Standaard is deze ingesteld op de minimumwaarde die niet nul is die kan worden gecodeerd door het beschikbare aantal bits in de uitvoerkleurenruimte. Het terugbrengen tot nul betekent dat sommige luminanties die niet gelijk zijn aan nul, worden toegewezen aan 0 in de uitvoer, waardoor mogelijk wat detail verloren gaat in de zeer donkerste delen van de schaduwen. Als je deze schuifregelaar verhoogt, produceert je verhoogde, vervaagde zwarttinten die een “retro”-look kunnen geven.

doel midden-grijs
Dit is het midden-grijs van het uitvoermedium dat wordt gebruikt als doel voor het centrale knooppunt van de S-curve. Op gamma-gecorrigeerde media wordt de werkelijke grijswaarde berekend met de gammacorrectie (midden-grijs^(1/gamma)), dus een midden-grijs parameter van 18% met een gamma van 2,2 geeft een werkelijke midden-grijs doelstelling van 45,87 %.
mikpunt wit luminantie
Met deze parameter kan je het plafondniveau wit van het doelmedium instellen. Stel het lager in dan 100% als je getemperde, gedempte wittinten wilt voor een retro-look.

Om dubbels en vervaagde afbeeldingen te voorkomen, past filmisch rgb een “gamma” -compressie toe die de ICC-gammacorrectie van de uitvoer terugdraait, zodat het midden-grijs aan het einde correct opnieuw wordt toegewezen. Om deze compressie te verwijderen, stel je de krachtfactor van de bestemming in op 1,0 en de midden-grijs bestemming op 45%.

🔗opties

kleurwetenschap
Deze instelling is standaard v7 (2023) voor nieuwe afbeeldingen en definieert de algoritmen die worden gebruikt door de filmisch rgb-module (bijvoorbeeld de strategie voor extreme luminantieontverzadiging). Om terug te keren naar het gedrag van eerdere versies van filmisch rgb, stel je deze parameter in op v3 (2019) of _v4 (2020)_of v5 (2021). Het verschil tussen deze methoden ligt in de manier waarop ze omgaan met desaturatie in de buurt van puur zwart en puur wit (zie de sectie achtergrond voor details). Als u eerder een afbeelding hebt bewerkt met oudere versies van filmic rgb, wordt de kleurwetenschapsinstelling op het eerdere versienummer gehouden om achterwaartse compatibiliteit voor die bewerkingen te bieden.v7 (2023) verwijdert de optie chrominantie behouden (zie achtergrond)
behoud chrominantie (niet beschikbaar met kleurwetenschap _v7)
Bepaal hoe de chrominantie moet worden afgehandeld door filmisch rgb – helemaal niet, of gebruik een van de drie meegeleverde normen.

Bij het onafhankelijk toepassen van de S-curvetransformatie op elke kleur, worden de verhoudingen van de kleuren gewijzigd, waardoor de eigenschappen van het onderliggende spectrum en uiteindelijk de chrominantie van het beeld worden gewijzigd. Dit is wat er gebeurt als je “nee” kiest in de parameter chrominantie behouden. Deze waarde kan schijnbaar “betere” resultaten opleveren dan de andere waarden, maar kan een negatieve invloed hebben op latere delen van de pijplijn, bijvoorbeeld als het gaat om globale verzadiging.

De andere waarden van deze parameter werken allemaal op een vergelijkbare manier. In plaats van de S-curve onafhankelijk toe te passen op de R-, G- en B-kanalen, deelt filmisch rgb alle drie de componenten door een norm (N) en past de S-curve toe op N. Op deze manier wordt de relatie tussen de kanalen bewaard gebleven.

De waarde van de parameter chrominantie behouden geeft aan welke norm wordt gebruikt (de waarde die wordt gebruikt voor N):

  • nee betekent dat de verhoudingen tussen de RGB-kanalen niet behouden blijven. Dit heeft de neiging om de schaduwen te verzadigen en de hooglichten te verzadigen, en kan handig zijn als er blauwe of rode tinten buiten het gamma zijn.
  • max RGB is de maximale waarde van de R-, G- en B-kanalen. Dit is hetzelfde gedrag als de originele versie van de filmisch rgb module. Het heeft de neiging de blauwe tinten, vooral de lucht, donkerder te maken en halo’s of randen op te leveren, vooral als sommige kanalen zijn afgekapt. Het kan ook het lokale contrast enigszins afvlakken.
  • luminantie Y is een lineaire combinatie van de R-, G- en B-kanalen. Het heeft de neiging om het lokale contrast in de rode tinten donkerder te maken en te vergroten, en heeft de neiging zich niet zo goed te gedragen bij verzadigde en buiten het gamma vallende blauwtinten.
  • RGB-machtsnorm is de som van de derde machten van de R-, G- en B-kanalen, gedeeld door de som van hun kwadraten (R³ + G³ + B³)/(R² + G² + B²). Het is meestal een goed compromis tussen de maximale RGB- en de luminantie Y-waarden.
  • RGB Euclidische norm heeft de eigenschap RGB-ruimte-agnostisch te zijn, dus het zal dezelfde resultaten opleveren, ongeacht welk werkend kleurprofiel wordt gebruikt. Het weegt zwaarder op hooglichten dan de machtsnorm en geeft meer ontverzadiging van hooglichten, en komt waarschijnlijk het dichtst in de buurt van een kleurenfilmlook.

Er is geen “juiste” keuze voor de norm, en de juiste keuze hangt sterk af van het beeld waarop deze wordt toegepast. Je wordt geadviseerd om te experimenteren en zelf te beslissen welke instelling het mooiste resultaat geeft met de minste artefacten.

contrast in hooglichten
Deze instelling selecteert de gewenste kromming aan het einde van de hooglichte van de filmisch rgb spline-curve. De standaardinstelling (veilig) is gegarandeerd niet te veel of te weinig, maar heeft een vrij gedempt contrast in de buurt van wit. Het selecteren van hard legt een strakkere beperking op de helling van de spline, waardoor de curve scherper wordt en dus meer tooncompressie in de hooglichten introduceert. Door zacht te selecteren, wordt deze beperking losser, wat resulteert in een zachtere curve met minder tonale compressie in de hooglichten.
contrast in schaduwen
Deze instelling selecteert de gewenste kromming aan het schaduweinde van de filmisch rgb spline-curve. De standaardinstelling (veilig) is gegarandeerd niet te veel of te weinig, maar heeft een vrij gedempt contrast in de buurt van zwart. Het selecteren van hard legt een strakkere beperking op de helling van de spline, waardoor de curve scherper wordt en dus meer tooncompressie in de schaduwen introduceert. Door zacht te selecteren, wordt deze beperking losser, wat resulteert in een zachtere curve met minder tonale compressie in de schaduwen.
gebruik aangepaste midden-grijs waarden
Als je deze instelling inschakelt, wordt de schuifregelaar middel-grijs luminantie zichtbaar op het tabblad scene. Met de huidige versie van filmisch rgb wordt jou geadviseerd om de belichting-module te gebruiken om het midden-grijsniveau in te stellen, dus deze instelling is standaard uitgeschakeld (en de middel-grijs luminantie schuifregelaar is verborgen).
automatisch hardheid aanpassen
Deze instelling is standaard ingeschakeld en filmisch rgb berekent automatisch de vermogensfunctie (ook bekend als “gamma”) die moet worden toegepast op de uitgangsoverdrachtscurve. Als deze instelling is uitgeschakeld, verschijnt een hardheid-schuifregelaar op het tabblad uiterlijk zodat de waarde handmatig kan worden ingesteld.
iteraties van hoogwaardige reconstructie
Gebruik deze instelling om het aantal iteraties van het algoritme voor reconstructie van hooglichten te verhogen. Meer iteraties betekent meer kleur doorzetting in geclipte gebieden van pixels in de omgeving. Dit kan meer neutrale hooglichten opleveren, maar kost ook meer rekenkracht. Het kan handig zijn in moeilijke gevallen waar er magenta hooglichten zijn als gevolg van kanaal clipping.

De standaardreconstructie werkt op afzonderlijke RGB-kanalen en er wordt slechts één iteratie toegepast, terwijl de hoge kwaliteit-reconstructie een ander algoritme gebruikt dat werkt op RGB-verhoudingen (wat een manier is om de kleurkwaliteit te onderscheiden van de luminantie) en kan verschillende iteraties gebruiken om geleidelijk te verspreiden kleuren van aangrenzende pixels naar afgekapte gebieden. Als er echter te veel herhalingen worden gebruikt, kan de reconstructie ontaarden, wat ertoe zal leiden dat verre kleuren onjuist worden ingekleurd in geknipte objecten (kleurbloeding) - bijvoorbeeld witte wolken die worden geverfd met blauwe lucht, of de zonneschijf die door bomen wordt geschoten ingekleurd met bladgroen.

voeg ruis in hoogtepunten toe
Dit introduceert kunstmatig ruis in de gereconstrueerde hooglichten om te voorkomen dat ze er te glad uitzien in vergelijking met omliggende gebieden die mogelijk al ruis bevatten. Dit kan helpen om de gereconstrueerde gebieden natuurlijker te mengen met de omliggende niet-geknipte gebieden.
soort ruis
Dit specificeert de statistische verdeling van de toegevoegde ruis. Het kan handig zijn om het uiterlijk van de kunstmatig gegenereerde ruis af te stemmen op de natuurlijk voorkomende ruis in de omgeving van de sensor van de camera. De poissoniaanse ruis komt het dichtst bij de natuurlijke sensorruis, maar is visueel minder aantrekkelijk dan de gaussiaanse ruis, die waarschijnlijk dichter bij filmkorrel ligt. Houd er ook rekening mee dat de meeste ruisonderdrukkingsmodules de sensorruis van poissoniaans naar licht gaussiaans zullen veranderen, dus je moet de variante kiezen die beter past bij de werkelijke ruis in jouw afbeelding.

🔗achtergrond

De kleur wetenschap parameter (in de opties tab) definieert de te gebruiken strategie om de verzadiging te verminderen voor kleuren in de buurt van puur wit (maximale display emissie) en puur zwart (minimale display emissie). Het probleem kan uitgelegd worden aan de hand van onderstaande grafiek wat de gamma van de sRGB kleurruimte weergeeft bij een constante tint van primair groen met het variëren van de lichtheid (verticale as) en chroma (horizontale as):

Gamma kegel

Wanneer we in de buurt van puur zwart en puur wit komen krimpt de beschikbare chroma in gamma aanzienlijk, totdat het nul bereikt voor lichtheid = 0 en lichtheid = 100% van de gemiddelde emissie. Dit betekent dat erg heldere (of heel donkere) kleuren kunnen niet gelijktijdig heel verzadigd kunnen zijn als ze binnen gamma willen passen, waar de gamma bepaald wordt door de printer of scherm die gebruikt wordt.

Wanneer kleuren onbeheerd blijven en buiten gamma kunnen vallen, zullen ze worden geknipt naar geldige waarden op het moment dat deze geconverteerd wordt naar scherm kleurruimte. Het probleem is dat dit knippen over het algemeen de tint niet behoud en zeker niet de luminatie behoud, waardoor hooglichten over het algemeen verschuiven naar geel en donkerder lijken dan ze zijn in vergelijking tot zijn omgeving.

Om dit te voorkomen heeft filmisch meerdere strategieën gebruikt in de afgelopen jaren (de zogenoemde kleur wetenschappen) om de verzadiging te verminderen van extreme luminaties. Dit forceert een nul verzadiging bij minimum en maximum lichtheid en zorgt voor een zachte gradiënt bij de vermindering van de verzadiging.

Sinds al deze strategieën benaderingen zijn (en vaak over conservatief) v6 (2022) introduceert en meer accurate en gemeten benadering. Het voert een testconversie uit om de kleurruimte weer te geven, controleert of de resulterende kleuren binnen de [0; 100]% bereik vallen . Wanneer dit niet het geval is berekent het de maximale verzadiging beschikbaar in gamma bij deze luminantie en tint en uiteindelijk de kleur klippen naar deze waarden. Dit zorgt voor een minimale kleur vervorming en meer verzadigde kleuren toe staat en beter gebruik maakt van de beschikbare gamma. Maar het zorgt ook voor een constante tint over de gehele tone mapping en gamma mapping operatie.

This gamut mapping uses the output color profile as a definition of the display color space and automatically adjusts to any output space. However, only matrix or matrix + curve(s) ICC profiles are supported. LUT ICC profiles are not supported and, if used, will make the gamut mapping default to the pipeline working space (Rec. 2020 by default).

Merk op dat de tint die als referentie voor de gamma-mapping wordt gebruikt, de tint is vóór elke toon mapping, gesampled bij de invoer van filmisch. Dit betekent dat zelfs de geen chrominantie conserveringsmodus (toegepast op individuele RGB-kanalen, ongeacht hun verhoudingen) de tint in v6 behoudt. Deze modus verzadigt alleen hooglichten meer dan de andere modi, en er is een mechanisme om te voorkomen dat schaduwen opnieuw verzadigen – dit gedrag kan worden omzeild door de instelling extreme luminantieverzadiging te verhogen.

v7 (2023) is verbeterd ten opzichte van v6 (2022) door de methoden voor chromabehoud te vervangen door een enkele schuifregelaar. Methoden voor Chromabehoud zijn gericht op het verankeren van verzadiging en tint tijdens de tonemapping-operatie, door RGB-verhoudingen te behouden in vergelijking met een norm. De keuze van de norm is belangrijk als het gaat om het beheren van de manier waarop het gamma wordt gebruikt en hoe het contrast van heldere objecten (ten opzichte van hun omgeving) wordt weergegeven door de tonemapper. Sinds filmic_v1 (2018)_ zijn er verschillende normen voorgesteld, waarvan geen enkele objectief beter is en slechts één daarvan (max. RGB) enige theoretische rechtvaardiging heeft (waardoor na de transformatie piek-primaire kleuren kunnen worden bereikt).

De aanpak in v7 is om een mix te bieden tussen de max RGB-norm en de optie zonder behoud (waarbij de uitvoertint en -verzadiging nog steeds naar hun invoerwaarden worden gedwongen). De verhoudingen van de mix worden als volgt bepaald door de instelling hooglicht saturatie mix:

  • -50% is strikt gelijk aan de v6 zonder behoud optie,

  • +50% is strikt gelijk aan de v6 max RGB optie,

  • 0% is een gemiddelde van geen behoud en max RGB,

  • tussenliggende waarden zijn gewogen gemiddelden tussen niet-behoud en max RGB,

  • waarden boven ±50% (tot ±200%) zijn lineaire extrapolaties.

Positieve waarden geven de voorkeur aan verzadigde hooglichten en zijn over het algemeen geschikt voor luchtfoto’s, maar moeten met zorg worden gehanteerd voor portretten (voor het produceren van nauwkeurige huidtinten), terwijl negatieve waarden het bleken van hooglichten bevorderen.

De schuifregelaar hooglichten saturatie mix biedt nauwkeurige controle over de verwachte hoeveelheid verzadiging versus bleken in de hooglichten. Ongeacht deze instelling zal het verzadigingsalgoritme nooit toestaan dat de uitgangsverzadiging hoger is dan de ingangsverzadiging. Deze instelling is niet bedoeld voor creatieve doeleinden, maar alleen om de ingewikkelde afweging te maken die voortkomt uit het opnieuw toewijzen van RGB-waarden van de ene kleurruimte aan de andere, die elk een ander gamma en dynamisch bereik hebben.

🔗waarschuwingen

🔗kleur artefacten

Omdat filmic versies 6 en 7 tot nu toe de beste aanpak zijn voor het behouden van verzadigde kleuren bij constante tint, zijn ze ook veel minder vergevensgezind voor ongeldige kleuren zoals chromatische aberraties en afgekapte magenta hooglichten, welke betere verborgen zijn (albeit niet opgelost) door eenvoudige curven te gebruiken op individuele kanalen (geen chrominantie behoud) zonder te letten op de verhoudingen.

De toon mapping en gamma mapping hebben niet als doel om beschadigde signalen te reconstrueren en deze gebreken moeten eerder in de pijplijn worden gecorrigeerd met de beschikbare gespecialiseerde modulen. Er is echter een mechanisme in filmisch v6 die er voor zorgt dat een kleur lichter dan relatief wit belichting gedegradeerd wordt naar puur wit. Een snelle manier is om de relatief wit belichting op een waarde te zetten iets onder de belichting van de afgekapte delen. Met andere woorden: als het afgekapt is bij de ingang, laat het afgekapt aan de uitgang. Chrominantie behoud opties die het beste werken voor deze doeleinde zijn de luminantie en euclidische normen gewoon niet.

🔗inconsistente uitgang

Als u met filmisch v6 dezelfde afbeelding exporteert naar sRGB- en Adobe RGB-kleurruimten en vervolgens beide afbeeldingen naast elkaar vergelijkt op een groot scherm (dat Adobe RGB kan weergeven), zou de sRGB-export meer onverzadigde hooglichten moeten hebben dan de Adobe RGB-versie. Aangezien de sRGB-kleurruimte korter is dan Adobe RGB, ligt de grens van het gamma dichter bij de neutrale grijze as, en daarom is de maximaal toegestane chroma lager voor een bepaalde luminantie. Dit is geenszins een bug, maar is eerder een bewijs dat gamma-mapping echt zijn werk doet.

translations