opslag

De volgende opties hebben betrekking op de bibliotheekdatabase van darktable en XMP sidecar-bestanden.

🔗database

maak een momentopname van database
Specificeert hoe vaak darktable database-momentopnames moet maken. De opties zijn “nooit”, “eenmaal per maand”, “eenmaal per week”, “eenmaal per dag” en “bij het afsluiten” (standaard “eenmaal per week”)
hoeveel momentopnamen bewaard worden
Aantal momentopnames dat moet worden bewaard na het maken van een nieuwe momentopname, de databaseback-ups die zijn gemaakt bij het wisselen tussen darktable-versies niet meegerekend. Voer “-1” in om een onbeperkt aantal momentopnames op te slaan. (standaard 10)

🔗XMP sidecar-bestanden

maak XMP bestand
XMP sidecar bestanden bieden een redundante methode voor het opslaan van de wijzigingen die je in een afbeelding hebt aangebracht, naast de wijzigingen die zijn opgeslagen in de database van darktable. Met deze optie kan je kiezen wanneer bestanden voor het eerst geschreven worden. Eenmaal geschreven, worden ze iedere keer bijgewerkt wanneer u de afbeelding bewerkt of er een tag aan toevoegt. Kies uit:
  • nooit: Schrijf geen sidecar bestanden. Dit kan handig zijn als je meerdere versies van darktable gebruikt voor ontwikkelings-/testdoeleinden, maar wordt normaal gesproken niet aanbevolen
  • bij importeren: Een sidecar bestand wordt geschreven zodra je een afbeelding toevoegt aan de bibliotheek van darktable,
  • na bewerking: Een sidecar bestand wordt pas geschreven als u voor de eerste keer een afbeelding bewerkt of er een tag aan toevoegt.

Het wordt sterk aanbevolen om ofwel “bij import” of “na bewerking” te kiezen. Sidecar-bestanden bieden een handige fail-safe om gegevens verlies te voorkomen als jouw database beschadigd raakt. Door een back-up van jouw onbewerkte bestand plus het bijbehorende sidecar-bestand te maken, kunt je jouw werk op een later tijdstip volledig herstellen door jouw bewerkingsgeschiedenis opnieuw in darktable te importeren (standaard “bij importeren”).

XMP-labels opslaan in gecomprimeerd formaat
Vermeldingen in XMP-labels kunnen behoorlijk groot worden en kunnen de beschikbare ruimte overschrijden om de geschiedenis in sommige uitvoerbestanden bij export op te slaan. Met deze optie kunnen binaire XMP-labels worden gecomprimeerd om ruimte te besparen. Beschikbare opties zijn “nooit”, “altijd” en “alleen grote ingangen” (standaard).
interval voor automatisch opslaan
Met deze voorkeur wordt het interval (in seconden) ingesteld waarna de verwerkingsgeschiedenis van een afbeelding automatisch wordt opgeslagen (in de ontwikkel omgeving). Stel in op nul om automatisch opslaan uit te schakelen. Houd er rekening mee dat deze optie mogelijk wordt genegeerd voor langzame schijven (standaard 10s).
zoek bij het opstarten naar bijgewerkte XMP-bestanden
Scan alle XMP-bestanden bij het opstarten en controleer of ze in de tussentijd zijn bijgewerkt door andere software. Als bijgewerkte XMP-bestanden worden gevonden, wordt een menu geopend waarin de gebruiker kan kiezen welke van de XMP-bestanden opnieuw moet worden geladen (waarbij de database-ingangen van darktable worden vervangen door de inhoud van het XMP-bestand) en welke van de XMP uit de database van darktable moet worden overschreven. Het activeren van deze optie zorgt er ook voor dat darktable controleert op secundaire tekstbestanden die zijn toegevoegd na de importtijd (standaard uitgeschakeld).

translations