belichting

Verhoog of verlaag de algehele helderheid van een afbeelding.

Deze module heeft twee werkingsmodi:

handmatig
Stel de belichting, zwartniveau en knipdrempel handmatig in
automatisch (alleen RAW-afbeeldingen)
gebruik een analyse van het histogram van de afbeelding om de belichting automatisch in te stellen. Darktable selecteert automatisch de belichtingscompensatie die nodig is om het geselecteerde percentiel naar het geselecteerde doelniveau te verschuiven (zie onderstaande definities). Deze modus is met name handig voor het automatisch wijzigen van een groot aantal afbeeldingen om dezelfde belichting te krijgen. Een typisch gebruiksvoorbeeld van de automatische modus is het flikkeren van time-lapse-foto’s.

🔗module instellingen

modus
Kies de werkingsmodus (automatisch/handmatig).
camerabelichting compenseren (handmatige modus)
Automatisch de belichtingsbias van de camera verwijderen (overgenomen uit de Exif-gegevens van de afbeelding).
exposure (manual mode)
Increase (move to the right) or decrease (move to the left) the exposure value (EV). To adjust by more than the default limits shown on the slider, right click and enter the desired value up to +/-18 EV (see module controls).
The color picker tool on the right sets the exposure such that the average of the selected region matches the target lightness defined in spot exposure mapping options.
clipping drempel (handmatige modus)
Bepaal welk percentage van de heldere waarden moet worden afgekapt bij de berekening van de belichting en zwartniveau correctie. Gebruik de kleurkiezer om een deel van de afbeelding te samplen dat voor deze berekening moet worden gebruikt.
percentiel (automatische modus)
Definieer een locatie in het histogram om te gebruiken voor automatische belichtingscorrectie. Een percentiel van 50% geeft een positie in het histogram aan waar 50% van de pixelwaarden boven en 50% van de pixelwaarden onder die belichting ligt.
doelniveau (automatische modus)
Definieer het doelniveau voor automatische belichtingscorrectie (EV) ten opzichte van het witpunt van de camera.
zwartniveaucorrectie (handmatige en automatische modi)
Pas het zwartniveaupunt aan om negatieve RGB-waarden los te maken.

Opmerking: Gebruik de zwartniveaucorrectie niet om meer densiteit in zwart toe te voegen, aangezien dit bijna-zwarte kleuren uit het kleurbereik kan halen door negatieve RGB-waarden te genereren. Dit kan bij sommige modules later in de pixelpijp voor problemen zorgen. Gebruik in plaats daarvan een tonemapping-curve om dichtheid aan de zwarten toe te voegen. Je kan bijvoorbeeld de schuifregelaar relatieve zwart belichting op het tabblad scene van de module filmisch rgb gebruiken, of een diepere teen in de base curve maken module.


🔗spot belichting mapping

De spot belichting mapping mogelijkheid is gemaakt om te helpen met batchbewerking een serie van afbeeldingen op een efficiënte manier. In deze scenario bewerk je een enkele referentie afbeelding voor de hele serie, waarna je de bewerkingsstappen kopieert en plakt op alle andere afbeeldingen in de serie.

Helaas kan het licht iets veranderen tussen de verschillende opnamen in dezelfde serie onder dezelfde condities. Dit kan onder andere veroorzaakt worden door het passeren van wolken voor de zon bij natuurlijk licht, oppervlakte reflecties die onder een andere hoek minder schitteren of door onvermijdelijke variaties in de mechanische diafragma bladen. Om een perfecte gelijkmatige weergave over de hele serie te krijgen, kan het mogelijk zijn dat voor elke afbeelding nog een kleine aanpassing nodig is. Dit kan tijdrovend en frustrerend zijn.

Spot belichting mapping maakt het mogelijk om een doel helderheid te definiëren voor wat betreft belichting voor een specifiek deel van de afbeelding (de controlemonster), welke dan gebruikt kan worden om dezelfde helderheid in andere afbeeldingen overeen te laten komen. De controlemonster kan een belangrijke onderdeel zijn van je onderwerp die een constante helderheid moet hebben of een niet bewegende en constant verlichte oppervlak over de hele reeks van afbeeldingen.

De mapping proces bestaat uit twee delen.

🔗stap 1: stel doel in

Er zijn twee manieren om de doel helderheid van de controlemonster in te stellen:

  1. wanneer je een willekeurige kleur weet of verwacht voor een controlemonster (bijvoorbeeld een grijs kaart, kleurenkaart, een product of een logo met een bepaalde helderheid), is het mogelijk zijn L waarde direct in te voeren in CIE Lab 1976 ruimte,

  2. als u gewoon de ontwikkeling van uw referentieafbeelding wilt aanpassen, stelt u de spot modus in op meten, schakelt u vervolgens de kleurenkiezer in (rechts van de belichting-schuifregelaar) en tekent u een rechthoek over uw controlemonster. De kolom input wordt dan bijgewerkt met de lichtheidswaarde van het controlemonster vóór de belichtingscorrectie, en de kolom doel toont de resulterende lichtheid van het controlemonster nadat de huidige belichtingsinstelling is toegepast.

Wanneer je de helderheid waarde reset is de standaard waarde 50% (midden grijs) – dit kan handig zijn wanneer je snel een gemiddelde belichting voor een willekeurige afbeelding wilt instellen.

Merk op dat de doel waarde niet gereset wordt wanneer je de module zelf reset, maar wordt voor onbepaalde tijd opgeslagen in darktable’s configuratie en is bij zowel de volgende herstart als bij de volgende afbeelding bewerking beschikbaar.

🔗stap 2: overeen komen met het doel

Wanneer je een nieuwe afbeelding opent wordt de spot mode automatisch gereset naar correctie. Met de kleurenkiezer gekoppeld aan het belichting schuifregelaar kan je direct de controlemonster opnieuw selecteren bij een nieuwe afbeelding. De juiste belichting instelling die nodig is voor de controlemonster om overeen te komen met de opgeslagen doel lichtheid zal automatisch berekend worden en gelijk worden toegepast.

Deze bewerking kan net zo vaak uitgevoerd worden als het aantal afbeeldingen in de serie, zonder verdere handelingen.


Opmerking 1: Om de lichtheid van bewegende delen van een onderwerp overeen te laten komen over meerdere kaders kan nog een uitdaging zijn, omdat er waarneembare verschillen kunnen optreden door wijzigingen in oriëntatie ten opzicht van het hoofd licht. Het gezicht kan bijvoorbeeld in sommige kaders volledig verlicht zijn en deels in de schaduw bij andere. Een inconsistent verlichte controlemonster zal over het algemeen geen betrouwbare referentie zijn om een serie overeen te laten komen en zal uiteindelijk meer werk geven, dan deze handmatig visueel aan te passen.

Opmerking 2: De belichtingsmodule werkt (standaard) in het scene-gerefereerde, lineaire, camera RGB-gedeelte van de pixelpijplijn, voordat het invoerkleurprofiel wordt toegepast. De conversie van camera-RGB naar CIE Lab 1976-ruimte is echter afhankelijk van het invoerkleurprofiel. Alle lichtheid L-statistieken die in de spot mapping instellingen worden gegeven, gebruiken het invoerprofiel dat later in de ingaand kleurprofiel module is gedefinieerd om de conversie nauwkeurig uit te voeren, maar de conversie zelf veronderstelt een lineair (RAW)-signaal en werkt niet voor JPEG- en PNG-afbeeldingen (die niet-lineair zijn gecodeerd vóór de module ingaand kleurprofiel). Als u deze functie op niet-RAW-afbeeldingen wilt gebruiken, moet u de belichtingsmodule verplaatsen naar na ingaand kleurprofiel of de module volgorde voorinstelling v3.0 voor JPEG/niet-RAW-invoer gebruiken.

Opmerking 3: Het perfect afstemmen van uw controlemonster op de doel lichtheid levert mogelijk nog steeds geen vergelijkbaar perceptueel resultaat op, zelfs als de cijfers precies hetzelfde zijn. Als uw onderwerp bijvoorbeeld voor een achtergrond staat die bestaat uit enkele heldere delen en enkele donkere delen, zal de verhouding tussen heldere delen en donkere delen de perceptie van contrast en helderheid beïnvloeden. Als deze verhouding over uw reeks verandert, zal de helderheid van het onderwerp niet constant lijken, ook al is de lichtheidswaarde precies constant. Zie voor meer details de checker-schaduwillusie en de Chubb-illusie.


translations