stijlen
Maak benoemde stijlen van geselecteerde afbeeldingen geschiedenis en pas stijlen toe op geselecteerde afbeeldingen.
Stijlen kunnen worden gemaakt in dit paneel of in de geschiedenis module in ontwikkelen.
Een lijst met alle beschikbare stijlen wordt weergegeven in de module. Met een zoekveld boven de lijst kan je een stijl zoeken op naam of beschrijving. Met deze module kunnen ook stijlen worden bewerkt en verwijderd.
Dubbelklik op een stijlnaam om die stijl toe te passen op alle geselecteerde afbeeldingen. Een stijl kan ook worden toegepast op alle geselecteerde afbeeldingen door op een sneltoets te drukken die eraan is toegewezen (zie voorkeuren > snelkoppelingen) in de bibliotheek of ontwikkelen.
Ga met je muis over de stijlnaam om een voorbeeld te zien van de eerste geselecteerde afbeelding waarop die stijl is toegepast.
Verwijder alle stijlen door op de resetknop van de module te klikken.
Houd er rekening mee dat stijlen ook de actieve status van elke module bevatten. Hiermee kan je jouw eigen standaardinstellingen maken, die je vervolgens op vraag kan activeren. Stel eenvoudig de gewenste standaardwaarden in voor elke module, schakel de module uit en sla de stijl op.
🔗module instellingen
- creëer kloon
- Wanneer je een stijl op afbeeldingen toepast, vink je dit vakje aan om een duplicaat van elke afbeelding te maken voordat je de gekozen stijl op dit duplicaat toepast. Schakel deze optie uit om de gekozen stijl rechtstreeks op de geselecteerde afbeeldingen toe te passen. Houd er rekening mee dat in dit geval een bestaande geschiedenis wordt overschreven (afhankelijk van de modus - zie hieronder) en niet kan worden hersteld.
- modus
- Net als bij de geschiedenis module, kan je met deze keuzelijst ofwel de stijl “toevoegen” aan de huidige geschiedenis of de geschiedenis van de doelafbeelding “overschrijven”.
- creëer
- Creëer nieuwe stijl(en) met behulp van de geschiedenis van de geselecteerde afbeelding(en). Voor elke geselecteerde afbeelding wordt een venster voor het maken van stijlen weergegeven. Je moet voor elke nieuwe stijl een unieke naam opgeven en je kan ook een optionele beschrijving toevoegen.
-
U krijgt de optie om te selecteren welke bewerkingsgeschiedenis u in de gemaakte stijl wilt opnemen. Voor elke module kunt u er ook voor kiezen om de parameters van die module te “resetten” - dit zorgt ervoor dat de module wordt opgenomen in de stijl, maar met alle bedieningselementen ingesteld op hun oorspronkelijke (standaard) status (alsof u op de module-resetknop had geklikt ).
-
Het paneel ondersteunt een hiërarchische weergave, wat betekent dat je categorieën kan maken met behulp van het pijpsymbool “|” als scheidingsteken. Bijvoorbeeld: “print|tooncurve +0,5 EV” zal een categorie “afdrukken” creëren met een stijl van “tooncurve +0,5 EV” eronder.
- Bewerk
- Selecteer “bewerken” om een dialoogvenster te openen waarin je specifieke items kunt opnemen in of uitsluiten van de stapel van een bestaande stijl. Vink de optie “dupliceren” aan als je een nieuwe stijl wilt maken, in plaats van de bestaande te overschrijven. In dat geval moet je een unieke naam voor de nieuwe stijl opgeven.
- verwijderen
- Verwijder de geselecteerde stijl, zonder verdere navraag.
- importeren
- een eerder opgeslagen stijl importeren. Stijlen worden opgeslagen als XML-bestanden met de extensie
.dtstyle
. Als er al een stijl met dezelfde naam bestaat, wordt jou gevraagd of je deze wilt overschrijven. - exporteren
- Sla de geselecteerde stijl op schijf op als een
.dtstyle
-bestand. Hierdoor kunnen stijlen worden gepubliceerd en gedeeld met andere gebruikers.